Nieuws

Creatieve oplossing voor dilemma bij faillissement klant

Berendsen Textiel Service B.V., de internationale dienstverlener in textiel, hygiëne, en facilitaire diensten is overgenomen door het Franse Elis. Het bedrijf is al meer dan 20 jaar een hechte relatie van Dirkzwager en heet sinds 1 juli Elis Nederland B.V. “Het kantoor heeft met een proactieve, creatieve werkwijze een flink dilemma voor ons opgelost,” vertelt financieel directeur Jan Willemsen.

De naamsverandering van Berendsen is bekendgemaakt tijdens de officiële opening van haar innovatieve wasserij in Helmond. Willemsen: “Dat vormde een mooie aanleiding. Hiermee is Berendsen Nederland het eerste land binnen de Elis groep dat de naamswijziging doorvoert. Hoewel Berendsen een bekende naam is, hebben we besloten om verder te gaan onder de wereldwijd gerenommeerde naam Elis. De expertises van beide bedrijven komen overeen maar dankzij de overname zijn we nog kapitaalkrachtiger geworden en kunnen we onze klanten nog beter bedienen en oplossingen op maat ontwikkelen.”

Nieuwe mogelijkheden

Berendsen bediende met name grote tot middelgrote bedrijven en werd internationaal aangestuurd via countrymanagers. Elis opereert juist regionaal en dichtbij de klant. “Door de overname is de bedrijfsstructuur enigszins veranderd; we werken nu dichterbij onze klant en niet meer in gescheiden productgroepen. We zijn als Elis Nederland in staat om onze klanten volledig te ontzorgen, zodat zij zich kunnen richten op hun core business.”, vertelt Willemsen.

“De nieuwe bedrijfsstructuur heeft geen gevolgen gehad voor het personeelsbestand. Gelukkig hebben we onze positie binnen de Elis-organisatie weten te behouden,” vervolgt Willemsen. Zo is één van onze countrymanagers toegetreden tot de Elis-board. “Nu we onderdeel zijn van een sterk, internationaal merk, kunnen we onze expertise verder uitbreiden. Er is een scala aan nieuwe mogelijkheden in textiel, hygiëne en facilitaire oplossingen waarmee we onze klanten graag laten kennismaken.”

Dilemma bij faillissement

Jan Willemsen: “Wij hebben zelf geen juridische afdeling. De medewerkers van onze afdeling human resources bijvoorbeeld hebben wel kennis van arbeids- en contractenrecht, maar zijn geen juridisch specialist. Hetzelfde geldt voor andere vakgebieden. De juridisch specialisten van Dirkzwager werken sectie-overschrijdend waardoor we met elke vraag bij hen terecht kunnen. En het is natuurlijk ook heel prettig dat ze ons bedrijf zo goed kennen en proactief meedenken. Zo kwamen zij onlangs met een creatieve oplossing die ons heel wat hoofdbrekens scheelt.”

“Door de economische crisis zijn er in de afgelopen jaren nogal wat bedrijven failliet gegaan. Wij kijken voor Berendsen vaak mee bij faillissementen van klanten,” legt Maartje ter Horst, advocaat bij Dirkzwager, uit. “Omdat Berendsen zich op de middelgrote tot grote klant richt, kan zo’n faillissement grote gevolgen hebben. Toen een van de grotere klanten van Berendsen failliet ging, zijn we proactief gaan kijken wat we konden doen om de schade bij Berendsen te beperken en tegelijkertijd hun klantrelatie te versterken.”

“We verhuren en reinigen onder andere bedrijfskleding en zorgen dat de klant voldoet aan de normen, standaarden en arbo-eisen”, aldus Willemsen. “Bij onze klanten in de food, farmacie, slachterijen of bakkerswereld gaat het meestal om veel vestigingen en dus grote getallen. Bij een faillissement wil je de kleding aan de ene kant terugvorderen, maar aan de andere kant wil je de klant blijven bijstaan in het geval hij een doorstart maakt. Dan sta je voor een dilemma. Laten we het contract doorlopen op ons eigen risico of vorderen we onze spullen terug?”  

Discussie met curatoren

Ter Horst vertelt over een mogelijkheid waarbij Berendsen als verhuurder haar klant niet hoeft te laten vallen in de tijd na het faillissement en bij een eventuele doorstart. “De wet maakt dat mogelijk door aan verhuurders een zogeheten boedelvordering toe te kennen. Deze boedelvordering, die een hoge rang heeft in een faillissement, kan worden geclaimd in geval de curator of de verhuurder het huurcontract na faillissementsdatum opzegt.”

“Eerder maakte Berendsen van die mogelijkheid geen gebruik”, vertelt Ter Horst, “aangezien zij de contracten in het geval van een faillissement met directe ingang beëindigde op grond van een insolventiebeding in haar algemene voorwaarden. Ook haalde Berendsen dan meteen haar eigendommen terug om verder verlies te voorkomen. Daardoor bleven zij met een concurrente vordering zitten, die in 99% van de faillissementen niet tot uitkering kwam.”

Ter Horst vervolgt: “Sinds de Hoge Raad heeft beslist dat bij de verhuur van roerende zaken óók aanspraak bestaat op een boedelvordering, hebben wij Berendsen geadviseerd om de marsroute in geval van faillissement te wijzigen. Concreet betekent dit dat het huurcontract na faillissementsdatum nog enige tijd blijft doorlopen en de goederen gedurende die tijd bij de klant blijven. Berendsen krijgt over die periode een boedelvordering waarbij de kans op een uitkering groter is. Bovendien is de mogelijkheid om met de doorstarter weer zaken te doen groter als de goederen nog enige tijd bij de failliet blijven.”

“Dienstverlenende bedrijven zijn zich daarvan vaak niet bewust. Daarom hebben wij deze optie voor Berendsen uitgewerkt. Het vraagt wel om een andere werkwijze,” zegt Maartje ter Horst die zelf ook curator is. “Sommige curatoren accepteren – ten onrechte – nog geen boedelvorderingen voor roerende zaken, dus dat zorgt weleens voor stevige discussies, vooral als de curator zelf vergeet de huurovereenkomst op te zeggen. Desondanks pakt deze nieuwe werkwijze voor Berendsen financieel beter uit, dat zien we nu al in de praktijk.”

Blijvend steunen

Willemsen: “Deze nieuwe werkwijze is inmiddels voor ons de standaard geworden. Nu kunnen we anders omgaan met faillissementen en hoeven we niet direct de samenwerking met onze klanten te beeindigen en dat werkt heel prettig. Onze hoofdmotivatie hierachter is dat we de klanten kunnen blijven steunen bij een doorstart en de tijd die daaraan vooraf gaat. In die tijd zijn onze diensten en kleding vaak hard nodig en wij hebben nu meer kans dat die werkzaamheden betaald blijven worden. Een doorstart is een win-win voor beide partijen en wij kunnen nu ook in zware tijden de relatie met onze klanten goed houden. We waarderen de creatieve insteek van Dirkzwager dan ook enorm.” 

Dit artikel is geplaatst in Samenspraak, het tijdschrift van Dirkzwager, in september 2018.